Buitengaats overzicht 2005
Verenigde Staten nieuwe nummer één
Onder het motto ‘meten is weten’ maken we jaarlijks de balans op van de activiteiten in Buitengaats. Wat deden culturele organisaties uit Nederland waar en hoe vaak in het buitenland in het afgelopen jaar? In de Buitengaats-database worden alle Nederlandse culturele activiteiten, die ons bekend zijn, in het buitenland geregistreerd. 2005 was ook het jaar waarin Buitengaats zelf binnenste buiten werd gekeerd. We stelden definities op, scherpten criteria aan en namen de groep informatieleveranciers onder de loep. Dit moet leiden tot een verbetering van Buitengaats als monitorinstrument van het Internationaal Cultuurbeleid.
Waarom een Buitengaats?
Behalve een onderdeel dat eenderde van het SICAmag in beslag neemt, is Buitengaats vooral een database die op de SICAsite doorzoekbaar is. Dat levert niet alleen statistieken op. Wie ter voorbereiding van een presentatie over de grens een ervaren collega wil raadplegen, kan eenvoudig nagaan wie hem in het betreffende land is voorgegaan. Met bijna honderd landen waar activiteiten zijn geregistreerd is de kans groot dat er al eerder een Nederlandse kunstenaar actief is geweest.
De Nederlandse ambassades in het buitenland, sectorinstituten, koepelorganisaties en fondsen gebruiken Buitengaats om inzicht te krijgen in hoe het staat met Nederlandse kunst en cultuur in een bepaald land of om vergelijkingen te maken tussen de verschillende kunstdisciplines. De ministeries van OCW en Buitenlandse Zaken zijn als financiers en beleidsmakers direct gebaat bij een zorgvuldige registratie van Nederlandse kunst over de grens. Met Buitengaats hebben zij een totaaloverzicht van alle sectoren. En de SICA tot slot, gebruikt de kengetallen uit de database om trends waar te nemen op sectoraal en geografisch niveau en hier vervolgens als coördinatie- en adviescentrum op in te spelen.
Verenigde Staten koploper
Favoriete bestemming in 2005 was de Verenigde Staten met als magneet New York City. Voor het eerst in de historie van Buitengaats is de hegemonie van Duitsland doorbroken. Er vinden nog steeds veel activiteiten plaats bij onze oosterburen, maar de hoeveelheid aanvullingen en gedurende het jaar nog niet geregistreerde activiteiten waar het consulaat-generaal in New York ons op de valreep in januari van dit jaar mee verraste, bracht de teller in de Verenigde Staten op 513 en hiermee op nummer één. Een harde verklaring hiervoor ontbreekt. Met uitzondering van de eerste plaats was het de afgelopen jaren voortdurend stuivertje wisselen in de top vijf van landen. Het aantal activiteiten in Buitengaats in deze groep neemt bovendien nog steeds toe, in de Verenigde Staten verhoudingsgewijs dus meer dan in Duitsland. Plaatsnummer drie, vier en vijf waren in 2005 voor Italië, Frankrijk en België.
Trends
In zijn algemeenheid geldt dat ten opzichte van 2004 het totaal aantal activiteiten weer substantieel is toegenomen. Was 2004 al een topjaar vooral vanwege manifestaties in het kader van het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie, in 2005 is de stijgende lijn in hoeveelheid geregistreerde activiteiten voortgezet, waardoor de teller uiteindelijk op 3.628 activiteiten staat. De lat voor een plaatsje in de top vijftig van Buitengaats komt daardoor ook steeds hoger te liggen. Waren in 2004 vier activiteiten voldoende, in 2005 is dat aantal verdubbeld. Zelfs in de landen waar al veel gebeurde, blijkt vaak nog ruimte voor groei. Dat geldt niet alleen voor de Verenigde Staten, Italië en bijvoorbeeld Spanje, maar ook voor kleinere landen als Portugal en Kroatië. Daar heeft culturele uitwisseling steeds meer prioriteit gekregen bij culturele organisaties en beleidsmakers.
Het aantal activiteiten in 2005 in China, het jongste prioriteitsland in het internationaal cultuurbeleid, is verdubbeld en gezien alle verkenningen voor verdere uitwisselingsmogelijkheden van het afgelopen jaar, zou China in 2006 een land als de Russische Federatie wel eens voorbij kunnen streven. Een soortgelijke constatering geldt voor Turkije, weliswaar al langer een prioriteitsland in het ICB, dat vooruitlopend op het EU-lidmaatschap vanaf 2005 ook een begin heeft gemaakt met deelname aan Europese financieringsregelingen. Hierdoor kan de uitwisseling tussen Nederland en Turkije ook in een multilateraal verband nieuwe impulsen krijgen, naast de vormen van bilaterale samenwerking. De stijging van activiteiten in Marokko is vooral te verklaren met de viering van 400 jaar betrekkingen tussen Nederland en Marokko in 2005. In dat kader is in opdracht van de ministeries van OCW en Buitenlandse Zaken een cultureel programma in Marokko onder de noemer ‘Art en Tour Pays-Bas Maroc’ gerealiseerd met een hedendaagse beeldende kunsttentoonstelling, concerten en schrijversavonden.
Sectoren
Welke kunstsectoren doen het goed? Het betreft hier altijd een kwantitatieve constatering. Het ‘goed doen’ in artistieke termen is niet iets dat we kunnen of willen meten. Een vergelijking in disciplines gebeurt met op hoofdlijnen. Dat wil zeggen, alle activiteiten zijn zorgvuldig gecategoriseerd, maar deze categorieën zijn breed. Een voorbeeld: evenals in Duitsland en Italië vinden in de Verenigde Staten veel activiteiten plaats in de sector muziek, maar het is niet in één oogopslag duidelijk of dit pop, klassiek, muziektheater, hedendaags of bijvoorbeeld jazz is. We weten wel wie de betreffende activiteiten aanlevert en soms levert dit aanvullende informatie op. Zo blijkt dat het Nationaal Pop Instituut 17% van de muziekactiviteiten in de VS aanmeldde. Voor Duitsland was dat 29% en voor Italië 7%. Voor meer interpretatie van de muziekactiviteiten is het achterhalen van de informant echter lang niet voldoende. Zoals voor de meeste landen geldt, nemen de Nederlandse ambassades en consulaten in dit voorbeeld namelijk 25 tot 30% van de aangemelde muziekactiviteiten voor hun rekening. Echt inzicht in de brede categorie muziek zouden we daarom alleen kunnen bieden door iedere afzonderlijke activiteit van een genrenaam te voorzien.
Appels en peren
Eén stap verder in het combineren van gegevens, om bijvoorbeeld vast te kunnen stellen hoe de muzieksector het internationaal doet in vergelijking met de beeldende kunsten, maakt dat we op een lacune van Buitengaats stuiten. Welke sector over de grens ‘het beste’ is niet eenduidig vast te stellen. De meetmethode houdt geen rekening met schaalverschillen als tijdsduur of herhaling. Zo wordt een film die tien keer in dezelfde bioscoop draait, een muziekoptreden van twee uur, een theatertournee van zes voorstellingen, een tentoonstelling die een half jaar duurt en een boekvertaling ieder als één activiteit geteld. Buitengaats geeft daarom wel een representatief beeld van het aantal activiteiten binnen een sector, maar bij een vergelijking tussen de sectoren moet rekening worden gehouden met deze verschillen. Als meerdere jaren met elkaar worden vergeleken kunnen natuurlijk wel trends worden waargenomen. Naar aanleiding van het onderzoek naar Buitengaats zijn heldere criteria opgesteld over welke activiteiten worden opgenomen en hoe we deze tellen.
Aanleverdiscipline
Een probleem in de analyse van Buitengaats is de onregelmatige of niet volledige aanlevering van activiteiten. Naast de driemaandelijkse oproep, verzoekt SICA informanten altijd in januari hun ontbrekende of achterstallige informatie aan te leveren. Toch kon het gebeuren dat in 2004 bijvoorbeeld niet alle filmvertoningen die bij Holland Film bekend zijn, ook in Buitengaats waren opgenomen. Het aandeel van film is in 2005 spectaculair toegenomen, waardoor het lijkt alsof de Nederlandse film wereldwijd een enorme vlucht heeft genomen. We hopen hier met een werkinstructie en een verbeterde controle op tijdige aanlevering door intermediaire organisaties en de ambassades met een versterkte culturele functie of prioritaire posten dit soort vertekening in de toekomst te voorkomen.
Buitengaats in 2006
De vraag waar de SICA zich nu voor gesteld ziet, is hoe we van Buitengaats een valide en representatieve gegevensverzameling kunnen maken. We hebben de afgelopen jaren veel energie gestoken in het bereiken van zoveel mogelijk potentiële informanten, maar het bestand is zeker nog niet volledig. De witte vlekken zitten vooral in de toegepaste kunsten vormgeving en architectuur, fotografie en in de erfgoedsector. Daar moet een informantenbeleid oplossing bieden. We brengen in kaart wie de informatie aanlevert, welke organisaties ontbreken en hoe we nieuwe informanten gaan benaderen.
Samen met de intermediaire organisaties zoals sectorinstituten en fondsen maar vooral ook met de ambassades zal SICA toepassingen ontwikkelen om de informatie uit de database beter en voor meer doeleinden te benutten. Zo kunnen on line informanten straks zelf een uitdraai maken met de gewenste selecties van activiteiten per sector of land. De gesignaleerde minpunten van het registratiesysteem gaan we aanpakken. Buitengaats is immers de enige graadmeter voor het veld en voor de overheid om een totaalbeeld te geven van in welk landen we in welke mate actief zijn. Voor uw suggesties houden we ons aanbevolen.
Het rapport Buitengaats Binnenste Buiten kunt u downloaden vanaf
Informanten
In 2005 waren er 99 organisaties of individuele kunstenaars die informatie aanleverden. Dit zijn Nederlandse ambassades en consulaten, intermediaire organisaties zoals fondsen, sectorinstellingen, koepelorganisaties en daarnaast uitvoerende organisaties en kunstenaars. Alle cultuurnota-instellingen hebben de verplichting hun internationale activiteiten aan ons te melden.
Handleiding 2006
Binnenkort verschijnt de complete werkinstructie met definities op . Alle informanten ontvangen dit ook per e-mail. Hieronder zijn alvast een paar begrippen uitgelicht.
Uitvoerder
De uitvoerder van de activiteit moet een Nederlander of Nederlandse organisatie zijn. Hiermee bedoelen we mensen met een Nederlandse nationaliteit en uitvoerders die voor langere tijd in Nederland als kunstenaar hebben gewerkt of gestudeerd en nog steeds in Nederland wonen. Ook voor organisaties geldt dat deze gevestigd moeten zijn in Nederland. Activiteiten van Nederlanders die in het buitenland hebben gestudeerd en zich daar hebben gevestigd nemen we niet op in Buitengaats. Een buitenlandse activiteit wordt opgenomen als de betrokkenheid bestaat uit uitvoering of maker/ontwerper. Afhankelijk van de discipline is de maker een auteur, componist, kunstenaar, vormgever, architect, choreograaf, regisseur of curator. In de filmdiscipline worden staat de film en niet de artiest centraal. Bijdragen van Nederlandse auteurs, acteurs en regisseurs aan buitenlandse producties worden ook niet opgenomen in de database. Voor coproducties geldt een Nederlands meerderheidsaandeel. In de popmuzieksector worden uitvoeringen van Nederlandse composities door andere muzikanten niet geregistreerd. Bij klassieke muziek gebeurt dat wel.
Sector
Bij het soort activiteiten dat wordt opgenomen in Buitengaats is er sprake van een artistieke en intellectuele presentatie of bijdrage of uitwisseling op het vlak van cultuurdisciplines. Deze is nooit enkel politiek of bovensectoraal. De categorieën amateurkunst en cultuureducatie vormen subgenres binnen alle disciplines. De thema’s manifestaties en culturele hoofdsteden vormen additionele rubrieken. Een activiteit wordt nooit alleen op een thema gecategoriseerd maar is altijd verbonden aan minimaal een sector.
Behalve een onderdeel dat eenderde van het SICAmag in beslag neemt, is Buitengaats vooral een database die op de SICAsite doorzoekbaar is. Dat levert niet alleen statistieken op. Wie ter voorbereiding van een presentatie over de grens een ervaren collega wil raadplegen, kan eenvoudig nagaan wie hem in het betreffende land is voorgegaan. Met bijna honderd landen waar activiteiten zijn geregistreerd is de kans groot dat er al eerder een Nederlandse kunstenaar actief is geweest.
De Nederlandse ambassades in het buitenland, sectorinstituten, koepelorganisaties en fondsen gebruiken Buitengaats om inzicht te krijgen in hoe het staat met Nederlandse kunst en cultuur in een bepaald land of om vergelijkingen te maken tussen de verschillende kunstdisciplines. De ministeries van OCW en Buitenlandse Zaken zijn als financiers en beleidsmakers direct gebaat bij een zorgvuldige registratie van Nederlandse kunst over de grens. Met Buitengaats hebben zij een totaaloverzicht van alle sectoren. En de SICA tot slot, gebruikt de kengetallen uit de database om trends waar te nemen op sectoraal en geografisch niveau en hier vervolgens als coördinatie- en adviescentrum op in te spelen.
Verenigde Staten koploper
Favoriete bestemming in 2005 was de Verenigde Staten met als magneet New York City. Voor het eerst in de historie van Buitengaats is de hegemonie van Duitsland doorbroken. Er vinden nog steeds veel activiteiten plaats bij onze oosterburen, maar de hoeveelheid aanvullingen en gedurende het jaar nog niet geregistreerde activiteiten waar het consulaat-generaal in New York ons op de valreep in januari van dit jaar mee verraste, bracht de teller in de Verenigde Staten op 513 en hiermee op nummer één. Een harde verklaring hiervoor ontbreekt. Met uitzondering van de eerste plaats was het de afgelopen jaren voortdurend stuivertje wisselen in de top vijf van landen. Het aantal activiteiten in Buitengaats in deze groep neemt bovendien nog steeds toe, in de Verenigde Staten verhoudingsgewijs dus meer dan in Duitsland. Plaatsnummer drie, vier en vijf waren in 2005 voor Italië, Frankrijk en België.
Trends
In zijn algemeenheid geldt dat ten opzichte van 2004 het totaal aantal activiteiten weer substantieel is toegenomen. Was 2004 al een topjaar vooral vanwege manifestaties in het kader van het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie, in 2005 is de stijgende lijn in hoeveelheid geregistreerde activiteiten voortgezet, waardoor de teller uiteindelijk op 3.628 activiteiten staat. De lat voor een plaatsje in de top vijftig van Buitengaats komt daardoor ook steeds hoger te liggen. Waren in 2004 vier activiteiten voldoende, in 2005 is dat aantal verdubbeld. Zelfs in de landen waar al veel gebeurde, blijkt vaak nog ruimte voor groei. Dat geldt niet alleen voor de Verenigde Staten, Italië en bijvoorbeeld Spanje, maar ook voor kleinere landen als Portugal en Kroatië. Daar heeft culturele uitwisseling steeds meer prioriteit gekregen bij culturele organisaties en beleidsmakers.
Het aantal activiteiten in 2005 in China, het jongste prioriteitsland in het internationaal cultuurbeleid, is verdubbeld en gezien alle verkenningen voor verdere uitwisselingsmogelijkheden van het afgelopen jaar, zou China in 2006 een land als de Russische Federatie wel eens voorbij kunnen streven. Een soortgelijke constatering geldt voor Turkije, weliswaar al langer een prioriteitsland in het ICB, dat vooruitlopend op het EU-lidmaatschap vanaf 2005 ook een begin heeft gemaakt met deelname aan Europese financieringsregelingen. Hierdoor kan de uitwisseling tussen Nederland en Turkije ook in een multilateraal verband nieuwe impulsen krijgen, naast de vormen van bilaterale samenwerking. De stijging van activiteiten in Marokko is vooral te verklaren met de viering van 400 jaar betrekkingen tussen Nederland en Marokko in 2005. In dat kader is in opdracht van de ministeries van OCW en Buitenlandse Zaken een cultureel programma in Marokko onder de noemer ‘Art en Tour Pays-Bas Maroc’ gerealiseerd met een hedendaagse beeldende kunsttentoonstelling, concerten en schrijversavonden.
Sectoren
Welke kunstsectoren doen het goed? Het betreft hier altijd een kwantitatieve constatering. Het ‘goed doen’ in artistieke termen is niet iets dat we kunnen of willen meten. Een vergelijking in disciplines gebeurt met op hoofdlijnen. Dat wil zeggen, alle activiteiten zijn zorgvuldig gecategoriseerd, maar deze categorieën zijn breed. Een voorbeeld: evenals in Duitsland en Italië vinden in de Verenigde Staten veel activiteiten plaats in de sector muziek, maar het is niet in één oogopslag duidelijk of dit pop, klassiek, muziektheater, hedendaags of bijvoorbeeld jazz is. We weten wel wie de betreffende activiteiten aanlevert en soms levert dit aanvullende informatie op. Zo blijkt dat het Nationaal Pop Instituut 17% van de muziekactiviteiten in de VS aanmeldde. Voor Duitsland was dat 29% en voor Italië 7%. Voor meer interpretatie van de muziekactiviteiten is het achterhalen van de informant echter lang niet voldoende. Zoals voor de meeste landen geldt, nemen de Nederlandse ambassades en consulaten in dit voorbeeld namelijk 25 tot 30% van de aangemelde muziekactiviteiten voor hun rekening. Echt inzicht in de brede categorie muziek zouden we daarom alleen kunnen bieden door iedere afzonderlijke activiteit van een genrenaam te voorzien.
Appels en peren
Eén stap verder in het combineren van gegevens, om bijvoorbeeld vast te kunnen stellen hoe de muzieksector het internationaal doet in vergelijking met de beeldende kunsten, maakt dat we op een lacune van Buitengaats stuiten. Welke sector over de grens ‘het beste’ is niet eenduidig vast te stellen. De meetmethode houdt geen rekening met schaalverschillen als tijdsduur of herhaling. Zo wordt een film die tien keer in dezelfde bioscoop draait, een muziekoptreden van twee uur, een theatertournee van zes voorstellingen, een tentoonstelling die een half jaar duurt en een boekvertaling ieder als één activiteit geteld. Buitengaats geeft daarom wel een representatief beeld van het aantal activiteiten binnen een sector, maar bij een vergelijking tussen de sectoren moet rekening worden gehouden met deze verschillen. Als meerdere jaren met elkaar worden vergeleken kunnen natuurlijk wel trends worden waargenomen. Naar aanleiding van het onderzoek naar Buitengaats zijn heldere criteria opgesteld over welke activiteiten worden opgenomen en hoe we deze tellen.
Aanleverdiscipline
Een probleem in de analyse van Buitengaats is de onregelmatige of niet volledige aanlevering van activiteiten. Naast de driemaandelijkse oproep, verzoekt SICA informanten altijd in januari hun ontbrekende of achterstallige informatie aan te leveren. Toch kon het gebeuren dat in 2004 bijvoorbeeld niet alle filmvertoningen die bij Holland Film bekend zijn, ook in Buitengaats waren opgenomen. Het aandeel van film is in 2005 spectaculair toegenomen, waardoor het lijkt alsof de Nederlandse film wereldwijd een enorme vlucht heeft genomen. We hopen hier met een werkinstructie en een verbeterde controle op tijdige aanlevering door intermediaire organisaties en de ambassades met een versterkte culturele functie of prioritaire posten dit soort vertekening in de toekomst te voorkomen.
Buitengaats in 2006
De vraag waar de SICA zich nu voor gesteld ziet, is hoe we van Buitengaats een valide en representatieve gegevensverzameling kunnen maken. We hebben de afgelopen jaren veel energie gestoken in het bereiken van zoveel mogelijk potentiële informanten, maar het bestand is zeker nog niet volledig. De witte vlekken zitten vooral in de toegepaste kunsten vormgeving en architectuur, fotografie en in de erfgoedsector. Daar moet een informantenbeleid oplossing bieden. We brengen in kaart wie de informatie aanlevert, welke organisaties ontbreken en hoe we nieuwe informanten gaan benaderen.
Samen met de intermediaire organisaties zoals sectorinstituten en fondsen maar vooral ook met de ambassades zal SICA toepassingen ontwikkelen om de informatie uit de database beter en voor meer doeleinden te benutten. Zo kunnen on line informanten straks zelf een uitdraai maken met de gewenste selecties van activiteiten per sector of land. De gesignaleerde minpunten van het registratiesysteem gaan we aanpakken. Buitengaats is immers de enige graadmeter voor het veld en voor de overheid om een totaalbeeld te geven van in welk landen we in welke mate actief zijn. Voor uw suggesties houden we ons aanbevolen.
Het rapport Buitengaats Binnenste Buiten kunt u downloaden vanaf
Informanten
In 2005 waren er 99 organisaties of individuele kunstenaars die informatie aanleverden. Dit zijn Nederlandse ambassades en consulaten, intermediaire organisaties zoals fondsen, sectorinstellingen, koepelorganisaties en daarnaast uitvoerende organisaties en kunstenaars. Alle cultuurnota-instellingen hebben de verplichting hun internationale activiteiten aan ons te melden.
Handleiding 2006
Binnenkort verschijnt de complete werkinstructie met definities op . Alle informanten ontvangen dit ook per e-mail. Hieronder zijn alvast een paar begrippen uitgelicht.
Uitvoerder
De uitvoerder van de activiteit moet een Nederlander of Nederlandse organisatie zijn. Hiermee bedoelen we mensen met een Nederlandse nationaliteit en uitvoerders die voor langere tijd in Nederland als kunstenaar hebben gewerkt of gestudeerd en nog steeds in Nederland wonen. Ook voor organisaties geldt dat deze gevestigd moeten zijn in Nederland. Activiteiten van Nederlanders die in het buitenland hebben gestudeerd en zich daar hebben gevestigd nemen we niet op in Buitengaats. Een buitenlandse activiteit wordt opgenomen als de betrokkenheid bestaat uit uitvoering of maker/ontwerper. Afhankelijk van de discipline is de maker een auteur, componist, kunstenaar, vormgever, architect, choreograaf, regisseur of curator. In de filmdiscipline worden staat de film en niet de artiest centraal. Bijdragen van Nederlandse auteurs, acteurs en regisseurs aan buitenlandse producties worden ook niet opgenomen in de database. Voor coproducties geldt een Nederlands meerderheidsaandeel. In de popmuzieksector worden uitvoeringen van Nederlandse composities door andere muzikanten niet geregistreerd. Bij klassieke muziek gebeurt dat wel.
Sector
Bij het soort activiteiten dat wordt opgenomen in Buitengaats is er sprake van een artistieke en intellectuele presentatie of bijdrage of uitwisseling op het vlak van cultuurdisciplines. Deze is nooit enkel politiek of bovensectoraal. De categorieën amateurkunst en cultuureducatie vormen subgenres binnen alle disciplines. De thema’s manifestaties en culturele hoofdsteden vormen additionele rubrieken. Een activiteit wordt nooit alleen op een thema gecategoriseerd maar is altijd verbonden aan minimaal een sector.