Buitengaats maker in beeld: Ellis Doeven
Ruim 4000 Nederlandse makers en organisaties met internationale ambities gaan jaarlijks Buitengaats. DutchCulture brengt ze in een reeks interviews in beeld. Deze keer: fotograaf Ellis Doeven.
Wat heb je gedaan in het buitenland?
Ik heb de afgelopen negen jaar gewerkt aan het project ‘Maktak and Gasoline’. Het is een fotografisch portret van een Inuit jachtgemeenschap in het Arctische deel van Alaska, het geboortedorp van mijn man Art. Ik heb daarover een fotoboek gemaakt, dat volgende week vrijdag uitkomt, en eind april opent mijn eerste solo-expositie in het Anchorage Museum in Alaska.
Ik ben in 2008 met een journaliste naar Alaska gegaan om foto’s te maken bij een artikel dat zij schreef over de boorplannen van Shell in de Noordelijke IJszee. We belanden toen in Point Hope, de gemeenschap die zich het meest verzette tegen ontginning. We waren er maar twee dagen maar ik had het gevoel dat ik van de wereld was gevallen. Ik raakte gefascineerd door het leven in deze geïsoleerde gemeenschap en vooral door de betekenis van de walvis. De walvis wordt vereerd én gejaagd. Een half jaar later ben ik teruggegaan met het idee een fotoreportage te maken over de walvisjacht. Ik werd toen verliefd op een lokale walvisjager en die reportage werd het begin van het fotoproject Maktak and Gasoline. Ik neem met mijn foto’s de kijker mee het dorp in en laat ze door mijn ogen kennismaken met een van de oudste inheemse gemeenschappen in het Noordelijk halfrond.
Wat heeft het internationaal werken je gebracht?
Door mijn relatie met Art heb ik op een bijzondere manier kennis gemaakt met een andere cultuur. Ik ben onderdeel gaan uitmaken van de gemeenschap. Onze dochter groeit op met een been in Point Hope en het andere in Amsterdam. Dit project is een deel van ons leven, het is mijn fotografische verwerking van wat ik heb gezien, heb meegemaakt en heb geleerd. Point Hope heeft mij enorm verrijkt. We zijn allemaal kinderen van onze eigen cultuur en het heeft lang geduurd voordat ik over de beperkingen van mijn eigen denken heen kon stappen. Niet iedereen krijgt de kans voor zo’n totale ‘immersion’. Als je echt wilt zien, moet je de tijd nemen om te kijken.
Wat adviseer je andere makers die ook buitengaats willen gaan?
Je moet vooral heel gedreven zijn om een buitenlands project te starten. Het is lastig om fondsen te vinden die je financieel willen steunen. De Nederlandse culturele fondsen zijn heel erg gericht op het promoten van de eigen Nederlandse cultuur. Wat ik zie aan andere makers, en ook heb gemerkt bij mijzelf, is dat je het zeker in de beginjaren voornamelijk op eigen kracht moet doen. Het is een kwestie van doorzetten. Maar het is dan wel heel mooi om te zien dat alle stukjes toch opeens in elkaar vallen en alles wat je hebt geïnvesteerd vorm krijgt in een boek en een tentoonstelling.
Welke andere plannen heb je voor de nabije toekomst?
Dit project heeft negen jaar nodig gehad om te volgroeien. Het duurde lang voor ik begreep wat ik precies over Point Hope wilde vertellen. Ik denk dat ik in de eerst komende periode vooral bezig zal zijn met het uitwerken van dit project, de promotie van het boek en het organiseren van exposities.
Hoe is jouw werk gefinancierd?
Het project ‘Maktak and Gasoline’ heb ik voornamelijk zelf bekostigd. Ik heb wel onlangs een crowdfunding campagne opgezet bij VoordeKunst waarbij ik het boek heb aangeboden in de voorverkoop.
De boeklancering van Maktak and Gasoline vindt 20 april plaats in Pakhuis de Zwijger en de expositie in het Anchorage Museum in Alaska start 27 april. Meer info op www.ellisdoeven.com.