A seat at the table voor cultuur
Door Lisa Grob
De stad
Centraal stond de vraag hoe kunst en cultuur kan bijdragen aan een leefbare stad. Zowel in Nederland als in Vlaanderen is ‘de stad’ een belangrijk onderwerp in vraagstukken rond diversiteit, sociale betrokkenheid en toegang tot kunst, instituties en kennis. De Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland (CVN), een Vlaams-Nederlandse groep van ambtenaren en mensen uit de culturele sector, nam het initiatief voor deze conferentie.
Uit de bubbel
DutchCulture en deBuren vroegen ‘stadsmakers’ Floor Ziegler (NL) en Reinhard Deman (VL) veldonderzoek te doen in een Nederlandse en een Vlaamse stad. Een stadsmaker is iemand die in een stad allerlei groepen, van burgers tot wethouders, aan elkaar verbindt en er zo voor zorgt dat mensen met uiteenlopende perspectieven elkaar horen. Het doel? Mensen uit hun bubbel laten komen. Want als iedereen op de hoogte is van elkaars ideeën, zijn we beter in staat om een leefbare stad te creëren.
Maatschappelijke rol van kunst en cultuur
Het onderzoeksteam ging op pad met vragen binnen drie thema’s: gentrificatie, inclusiviteit & diversiteit, en de mogelijke maatschappelijke rol van kunst en cultuur. Ze streken neer in wijken met beginnende gentrificatie in Rotterdam-Zuid (Charlois en Afrikaanderwijk) en Antwerpen (Berchem, Borgerhout en ’t Eilandje). Daar spraken ze met buurtbewoners en kunstenaars uit de wijk, met creatieven en oprichters van buurtinitiatieven, zoals de Afrikaanderwijk Coöperatie in Rotterdam en De Winkelhaak in Antwerpen, met de gemeente en met medewerkers van culturele instellingen.
De Tussenruimte
Allerlei verschillende lagen uit de samenleving, van beleidsmaker tot burger, kwamen zodoende samen in de zogenoemde ‘Tussenruimte’. Een symbolische én fysieke ruimte voor gesprek en discussie - waar het kan schuren, maar waar ook verbinding tot stand komt. Deze ruimte werd daadwerkelijk gecreëerd op een aantal grassroots plekken in de stad, zoals 't O-tje en Paviljoen aan het Water in Rotterdam en Studio Start in Antwerpen. Plekken die, grotendeels, geïnitieerd en geleid worden door bewoners zelf. Hier ontstonden nieuwe ideeën: op basis van de gesprekken en brainstormsessies formuleerde het team 10 Wegwijzers voor de Tussenruimte. Tien punten die beleidsmakers, instellingen en creatieven kunnen gebruiken bij beleidsvorming of, in het geval van creatieven, bij het vormgeven van hun eigen maatschappelijke rol.
Ministers
De Tussenruimtes in Rotterdam en Antwerpen en de 10 Wegwijzers vormden vervolgens het uitgangspunt voor de conferentie op 5 november jl. te Stormkop in Antwerpen. Te gast waren Vlaamse en Nederlandse grote culturele instellingen, collega-stadsmakers, kunstenaars, beleidsmakers en ook de ministers van Cultuur, Ingrid van Engelshoven (NL) en Sven Gatz (VL) kwamen aan het einde van de middag inspiratie opdoen.
Ongebruikelijke onderzoeksmethode
Het plenaire ochtenddeel begon met een presentatie over hoe culturele sectoren van Vlaanderen en Nederland met elkaar verweven zijn. Met data uit Buitengaats (NL) en van Kunstenpunt (VL) heeft DutchCulture het Vlaams-Nederlands theaternetwerk in kaart gebracht. Netwerkanalyse voor de culturele sector is een ongebruikelijke onderzoeksmethode. Deze aanpak laat echter interessante resultaten zien. Neem bijvoorbeeld het gegeven dat er wat betreft theater geen grens lijkt te zijn tussen Nederland en Vlaanderen. De theaters en theatermakers weten elkaar over de grens te vinden en werken veelvuldig samen. Het verandert pas op het moment dat er subsidie wordt aangevraagd. Dan moeten zowel makers als instellingen ‘kleur bekennen’. Een term die opkwam was dan ook het zogenaamde ‘subsidie-hek’ waarmee het theaterveld te maken heeft.
Overeenkomsten en verschillen
Ook in de presentatie van de stadsmakers Floor Ziegler en Reinhard Deman waren de overeenkomsten tussen Vlaamse en Nederlandse kunstenaars, sociale ondernemers, culturele instellingen en ambtenaren sterker dan de verschillen. Er spelen grotendeels dezelfde problemen. Ook hier valt op dat de verschillen zich manifesteren op beleidsniveau. Een opvallend voorbeeld hierin is het personeelsbeleid van de, door de stad gesubsidieerde, cultuurcentra in Vlaanderen. Die hebben ambtenaren in dienst en kunnen daardoor niet zomaar diversifiëren in hun personeelsbestand. En dat terwijl men het erover eens is dat een diverser aanbod begint met personeel dat alle groepen en lagen uit de stad vertegenwoordigt. In Nederland lijkt dit probleem minder aan de orde, maar ook daar merken culturele instellingen de consequenties van beleid. Subsidie-eisen in de vorm van bezoekersaantallen, diversiteitsquota’s en bereik beginnen te knellen en werken daardoor soms zelf averechts.
Vertrouwen
Een veelgehoorde kreet vanuit de werksessies was dan ook een roep om vertrouwen. Na de lunch gingen de gasten in kleine werksessies aan de slag met de Wegwijzers en mochten zij nog een 11e Wegwijzer aandragen. Vertrouwen dus, daar ging het om: vertrouwen vanuit de overheid in de expertise van hen die werkzaam zijn in de sector. Weg met de knellende kaders en meer ruimte voor domein overschrijdend werken. En niet alleen in de sector zelf: ook de gemeente heeft baat bij meer crossovers tussen beleidsterreinen.
Kunst, cultuur en beleid
Want is cultuur, breed opgevat, niet de lijm tussen mensen in de samenleving? Stel je een samenleving voor zonder muziek, zonder buurthuis, zonder museum, zonder dansschool… en er blijft niet veel over van het gezamenlijke leven. Kunst en cultuur, als beleidsterrein, moet daarom vanaf het begin betrokken worden bij besluitvorming. Alleen dan heeft het een positieve impact op andere terreinen als zorg & welzijn, economie, stedelijke vernieuwing en woningbeleid. Denk bijvoorbeeld aan het behouden van een sociale mix in de wijk, met broedplaatsen en een divers woningaanbod, en het stimuleren van kunstenaars om eenzaamheid tegen te gaan in de buurt met kunstprojecten. Zo vergroot kunst en cultuur de leefbaarheid in de stad.
Bekijk ook de video van De Tussenruimte: