We Waren Nieuwkomers: Terug in de tijd met Marokkaanse gastarbeiders
We Waren Nieuwkomers: Terug in de tijd met Marokkaanse gastarbeiders
Op vrijdag 10 november 2023 liet ik mij meenemen en verrassen door de verhalen over de eerste generatie Marokkaanse Nederlanders. Ik woonde een avondprogramma bij, waarbij prominente Marokkaanse Nederlanders met elkaar in gesprek gingen over het belang van verhalen, het ontsluiten van het erfgoed, migratie en de verbinding tussen twee werelden. Met oog voor het belang van het verkennen, begrijpen en ontsluiten van het cultureel erfgoed van Marokkaanse gastarbeiders in Nederland en in relatie tot hun land van herkomst Marokko, benaderde museumdirecteur Femke Haijtema (Museum Gouda) Myriam Sahraoui (cultureel ondernemer en adviseur Marokko bij DutchCulture) om samen te werken aan dit evenement. Tijdens deze herfstachtige avond vol regen ging Myriam Sahraoui in gesprek met programmamaker Jalal Bouzamour, fotograaf Khalid Amakran en Femke over wat het betekent om thuis of juist vervreemd te zijn in twee culturen.
Een nieuw leven
In de jaren zestig van de vorige eeuw begon een nieuwe pagina in de geschiedenis van Marokkanen in Nederland, een die begon met de komst van gastarbeiders. Het was een tijd waarin Nederlandse industrie en landbouw een groeiende behoefte hadden aan arbeidskrachten. Met de belofte van een beter leven besloten duizenden Marokkanen de sprong te wagen en naar Nederland te verhuizen, vaak met gemengde gevoelens. Ze bevonden zich in een vreemd land, ver van hun familie en vertrouwde omgeving, maar waren vastbesloten om hun families te ondersteunen en een betere toekomst op te bouwen. Ze werden geconfronteerd met uitdagingen en vooroordelen, taalbarrières en culturele verschillen. Desondanks deden ze hun uiterste best om te integreren in de Nederlandse samenleving en hun steentje bij te dragen aan de economie. Terwijl de tijd verstreek, bouwden ze hier hun leven op, stichtten gezinnen en maakten van Nederland vaak hun permanente thuis.
'Wandelende musea'
Een mooi voorbeeld van de veerkracht en het succes van Marokkanen in Nederland is terug te zien in de televisieserie Mocronado’s (2023) van Jalal Bouzamour. “Hij is praktisch geboren in een televisiestudio. Hij pakte al op hele jonge leeftijd een camera vast en wist toen al dat hij programmamaker wilde worden,” aldus moderator Sahraoui. Als zoon van een gastarbeider was Bouzamour altijd geïnteresseerd in verhalen over Marokkanen in Nederland. Als programmamaker op het Mediapark in Hilversum trof hij een witte werkomgeving. “Ik merkte dat ik na verloop van tijd mensen miste die op mij leken,” vertelt hij, “zowel voor als achter de schermen.” Andere programma’s van Bouzamour zijn Groeten uit Holland (2019), met Marokkaanse moeders, en Poldermocro’s (2022), met jonge Marokkaanse Nederlanders.
In Mocronado’s ging Bouzamour in gesprek met vijf Marokkaans-Nederlandse pensionado’s. Deze mannen maken deel uit van de eerste groep Marokkaanse mannen die ruim een halve eeuw geleden naar Nederland kwamen. Bouzamour: ”Veel oude Marokkaanse mannen bij mij in de buurt kwamen een voor een te overlijden. Ik noem hen ook wel wandelende musea,” grapt hij. Dit, en de verhalen van zijn vader die tijdens de opnames kwam te overlijden, inspireerden hem voor de serie. Bouzamour is niet de enige die zichtbaar emotioneel wordt wanneer hij dit vertelt. Heel wat mensen pinken een traan weg, terugdenkend aan (groot)ouders die kortgeleden zijn overleden. Dit raakt mij persoonlijk, omdat ik in maart ook mijn grootvader heb verloren, die zelf in 1965 als gastarbeider naar Nederland kwam en veel uitdagingen heeft overwonnen.
Bouzamour laat enkele fragmenten uit de documentaireserie zien. Een van de thema’s is liefde, een bewuste keuze van de programmamaker. “Over liefde praten is niet vanzelfsprekend onder Marokkanen, al helemaal niet met je ouders,” licht hij toe. De getoonde beelden laten zien dat er binnen de Marokkaanse gemeenschap echter ook verschillen zijn in opvattingen over de liefde en uitingen hiervan. Bouzamour weet dit op een speelse en respectvolle manier bespreekbaar te maken met de oudere mannen.
Verschillende generaties
Na een korte pauze stapt fotograaf Khalid Amakran het podium op. “Het is bijzonder om te bedenken dat wij, een groep die voor een groot deel bestaat uit Marokkaanse Nederlanders, vanavond in deze zaal zitten tussen schilderijen met alleen maar witte mannen,” lacht hij. Amakran is zelf ook zoon van een arbeidsmigrant. Samen met fotograaf Robert de Hartogh stelde hij in het museum de mooie tentoonstelling Bnadem samen, met foto’s van de eerste generatie Marokkaanse arbeidsmigranten. Bnadem betekent ‘mens’, letterlijk ‘zoon van Adam’.
De Hartogh schoot zijn foto’s in de jaren zeventig, in de fabrieken, slachthuizen en pensions die hij bezocht om deze kersverse gastarbeiders vast te leggen. Helaas overleed de fotograaf eind 2022 plotseling, voordat ze de expositie konden voltooien, maar Amakran zette het werk voort. Hij zette diezelfde eerste generatie Marokkaanse arbeidsmigranten op de foto, maar dan in het heden, dus zo’n vijftig jaar later. Net als Bouzamour voelde Amakran zich genoodzaakt dit te doen, nu het nog kan, want inmiddels zijn deze mannen zeventigers en tachtigers. Vol trots staan ze op beeld, samen met hun vrouw, kinderen en kleinkinderen.
Worsteling
Het intrigeert me dat het voor zowel Amakran als Bouzamour desondanks een uitdaging bleek om deze mannen voor de camera te krijgen. Voor sommige leden van de Marokkaanse gemeenschap speelt bescheidenheid een grote rol, waardoor ze zich niet altijd op hun gemak voelen om zich op deze wijze bloot te geven. Volgens Amakran speelt de omgeving hierbij een belangrijke rol: “Ik kwam daarom op het idee om een neutrale omgeving te creëren die door iedereen geclaimd kon worden. Een omgeving die herkenbaar is, maar tegelijkertijd ook toegeëigend kan worden door de persoon, zoals bij het maken van een pasfoto. Met een neutrale achtergrond kunnen mensen poseren en zichzelf zijn.” Dit was een interessant idee, die veel van de geportretteerden aansprak en overtuigde om zich vast te laten leggen.
Samen met de fotograaf maken de bezoekers een rondgang langs de foto’s. Op sommige staan jonge kinderen samen met hun ouders en grootouders. Amakran spreekt van een ‘worsteling’, voor alle generaties, wanneer het gaat om het leven tussen twee culturen. “Vooral voor de ouders kan dit lastig zijn,” legt hij uit, “omdat zij moeten beslissen wat ze hun kinderen wel en niet willen leren.” Het is een complexe dynamiek waarbij een balans moet worden gevonden tussen traditie en de moderne Nederlandse samenleving. Met zijn foto’s zet Amakran de bezoekers aan tot reflectie op deze thema’s, de uitdagingen en keuzes van het opgroeien in een intercultureel gezin.
Het is fijn om de erkenning te krijgen dat verhalen van gastarbeiders uit Marokko niet alleen deel uitmaken van de gedeelde Marokkaans-Nederlandse geschiedenis, maar ook van de Nederlandse geschiedenis in het algemeen. Museum Gouda verdient lof voor het creëren van ruimte voor niet-westerse gemeenschappen in Nederland. Tijdens het afsluitende panelgesprek komt ook aan bod dat de mensen die werkzaam zijn in de museumsector, hoofdzakelijk behoren tot de groep witte Nederlanders en dat diversiteit binnen de sector nog een uitdaging is. Ik ervaar dit zelf zeker zo. Bouzamour spreekt de hoop uit dat hier de komende jaren verandering in komt en dat we meer van dit soort verhalen, door en voor Marokkanen, zullen zien in Nederlandse musea en op televisie.
De expositie Benadem is nog tot 7 januari 2024 te zien in Museum Gouda.